
Op zondag 11 juni wordt in Grote Kerk te Velp een cantatedienst gehouden. Cantate ‘Brich dem hungrigen dein Brot’ (BWV 39) van Johann Sebastian Bach wordt uitgevoerd door het Bachensemble Arnhem o.l.v. Thea Endedijk-Griffioen, m.m.v. sopraan Jennifer van der Hart, alt Mariska Wessel en bas Hans Scholing.
Op deze eerste zondag na Trinitatis (de zondag van de Drie-eenheid) klinkt de cantate die Johann Sebastian Bach schreef voor deze dag in het jaar 1726: ‘Brich dem Hungrigen dein Brot’ (BWV 39). De cantates van Bach zijn direct verbonden met de lezingen van de zondagen waarvoor de cantate bestemd was. Het evangelie van deze zondag is het verhaal over de rijke man en de arme Lazarus (Lucas 16,19-31), uit de brieven 1 Johannes 4,16-21.
Deze Bijbelteksten komen niet direct terug in de tekst van de cantate. Wel kan men het libretto beschouwen als een commentaar op die lezingen. De teksten doen een beroep op wat wij nu ‘rentmeesterschap’ noemen: het goede van de aarde moet gedeeld worden in navolging van de Schepper die de mens doet delen in de goedheid van de schepping.
De structuur van de cantate is streng symmetrisch: tekst uit het Oude Testament – recitatief – aria – tekst uit het Nieuwe Testament – aria – recitatief – koraal. Deze structuur van libretto’s voor cantates had Bach leren kennen via zijn achterneef Johann Ludwig Bach (1677-1731), die het grootse deel van zijn leven aan het hof van Meiningen werkzaam was. Deze libretto’s waren vermoedelijk geschreven door de hertog zelf: Ernst Ludwig I von Sachsen-Meiningen. Hij wordt ook beschouwd als de auteur van de tekst van cantate BWV 39, althans van de recitatieven en aria’s.
De cantate bestaat uit twee delen. In Bachs tijd werd deel 1 voor de preek en deel 2 na preek uitgevoerd. Elk deel begint dan met een Bijbeltekst.
Het openingsdeel is groots opgezet. De tekst is Jesaja 58,7-8. Een uitgebreid orkest met blokfluiten, hobo’s, fagot en strijkers begeleidt het koor. Opvallend is het gebruik van blokfluiten. In die tijd was het instrument al in onbruik geraakt. Het had toen de bijnaam ‘armelui’s instrument’. Is het gebruik een verwijzing naar de behoeftigen om wie het in de tekst gaat? In de instrumentale inleiding wordt de diaconale opdracht van het ‘breken’ en ‘delen’ hoorbaar: de instrumenten geven elkaar brokjes noten door.
Het koorgedeelte valt in drie delen uiteen. De overgang naar een volgend deel wordt gemarkeerd door wijziging van maatsoort en tempo. Het eerste deel begint met de tekst over het brood delen met de hongerige. Een fuga sluit dit deel af. Het tweede deel bevat de woorden over het kleden van de naakte. Het derde deel begint bij de woorden over het licht dat aanbreekt als de dageraad. Dit slotdeel krijgt uitbundig vorm met twee fuga’s!
De recitatieven in de cantate dienen als uitleg van de gezongen Bijbeltekst. De aria’s zijn meer persoonlijke interpretaties van die teksten. Daarbij is deel 4 feitelijk geen aria, maar wat in die tijd ‘dictum’ werd genoemd (Latijn voor ‘spreuk’, hier de Bijbeltekst uit Hebreeën 13,16).
Het afsluitende koraal is een strofe uit het lied ‘Kommt, lasst uns euch den Herren lehren’ uit 1648 van David Denicke. Het lied is in onze tijd niet meer bekend, de melodie wel: wij herkennen de melodie van Psalm 42. De woorden zijn een parafrase van de ‘Zaligsprekingen’.
Samen met de 25 zangers en 11 instrumentalisten van het Bachensemble belooft het een prachtige en inspirerende cantatedienst te worden.
Voorganger is pastor Janneke Bron
Organist is Arno Vree
Kom zondag 11 juni om 10.00 uur luisteren en meevieren. Je bent van harte welkom!